Op weg naar een toekomstvaste pensioenregeling

Op deze pagina:

Belangrijke data

Op weg naar een toekomstvaste pensioenregeling

Werkgevers hebben tot 1 januari 2028 de tijd om de huidige pensioenregeling aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Hieronder zie je de belangrijkste mijlpalen.

  • Ingangsdatum van de Wet toekomst pensioenen
  • De ‘open norm keuzebegeleiding’ gaat in. Dit betekent dat pensioenuitvoerders verplicht zijn om (oud-)werknemers te begeleiden bij het maken van keuzes voor hun pensioen.
  • Er is geen wachttijd meer voor het toetreden tot een pensioenregeling als een medewerker start bij een werkgever.
  • De minimumleeftijd waarop een werknemer mag deelnemen aan de pensioenregeling van zijn werkgever wordt verlaagd naar 18 jaar. Een werknemer mag dus eerder starten met het opbouwen van zijn of haar pensioen.
  • De AOW-leeftijd wordt vastgezet op 67 jaar en stijgt vanaf dan met 8 maanden voor elk jaar dat we gemiddeld langer leven.
  • Werkgevers moeten nu besloten hebben hoe ze hun pensioenregeling aanpassen aan de nieuwe wet. En ze moeten dit doorgegeven hebben aan hun pensioenuitvoerder.
  • Uiterlijk op deze datum moeten alle actieve pensioenregelingen zijn aangepast.

Hoe ziet het nieuwe pensioen er straks uit?

Deze bouwstenen zorgen ervoor dat het pensioen voor iedereen in Nederland goed geregeld blijft. En in de toekomst betaalbaar blijft.

Alle eindloon- of middelloonregelingen met een vaste uitkering moeten uiterlijk 1 januari 2028 zijn stopgezet. Maar het pensioen dat de werknemer tot dan toe heeft opgebouwd blijft wel gegarandeerd. Dat gaat dus niet mee naar de nieuwe pensioenregeling.

Vanaf 1 januari 2028 bestaan er alleen nog maar premieregelingen. Werknemers bouwen met de premies hun eigen pensioenpot op, maar weten niet hoe hoog hun uiteindelijke pensioen zal worden.

Iedereen betaalt hetzelfde premiepercentage. Het maakt daarbij niet meer uit hoe oud je bent. Werkgevers krijgen hiermee meer grip op de pensioenkosten en werknemers krijgen zekerheid over de premie. Werknemers hebben geen zekerheid meer over de hoogte van het uiteindelijke pensioen.

Werkgevers kunnen voor hun huidige deelnemers kiezen voor een overgangsregeling. Dit geldt alleen voor de werknemers die op de omzettingsdatum al in de pensioenregeling opbouwen. Nieuwe werknemers moeten altijd pensioen opbouwen in de nieuwe regeling. Dit betekent dat sommige werkgevers straks twee pensioenregelingen hebben: één voor de werknemers die op de omzettingsdatum in dienst waren en één voor werknemers die na de omzettingsdatum in dienst zijn getreden. Dit blijft zo tot de dag dat er geen werknemers meer in de pensioenregeling van de overgangsregeling zitten.

Overlijdt een werknemer terwijl hij in dienst is van zijn werkgever? Dan krijgt de partner maximaal 50% van het salaris als levenslang pensioen. Wie als partner geldt is wettelijk vastgelegd. Kinderen (tot 25 jaar) ontvangen 20% van het salaris. Het maakt hierbij niet uit hoe lang de werknemer in dienst was. Dit noemen we de risicodekking. Ook hier geldt dat bestaande, al opgebouwde toezeggingen blijven gelden.

Wat gebeurt er met een pensioenregeling met een vaste uitkering?

Deze regelingen stoppen uiterlijk 1 januari 2028

Het pensioen dat al door werknemers is opgebouwd, blijft staan bij de huidige pensioenuitvoerder. De werknemer ontvangt bij zijn of haar pensioen levenslang een vaste uitkering.

Vanaf 1 januari 2028 moeten werknemers pensioen opbouwen in een premieregeling die aan de nieuwe wet voldoet. Als een werknemer met pensioen gaat, kan hij of zij een vast of variabel levenslang pensioen aankopen.

 

Maar er is een overgangsregeling

Vóór 1 januari 2028 kan een werkgever nog kiezen voor een premieregeling met een premie die nog wél afhankelijk is van de leeftijd van de werknemers. Dit geldt dan alleen voor de werknemers die op dat moment in dienst zijn.

Nieuwe werknemers vanaf 1 januari 2028 bouwen dan pensioen op in een regeling waarbij de premie niet afhankelijk is van de leeftijd van de werknemers.

Pensioenregeling waarin de premie al voor een deelnemer wordt belegd

Wat gebeurt er met een pensioenregeling waarin de premie al voor een deelnemer wordt belegd?

Deze premieregelingen stoppen uiterlijk 1 januari 2028

Ook deze regelingen moeten uiterlijk 1 januari 2028 zijn omgezet naar een regeling die aan de nieuwe wet voldoet. Als een werknemer met pensioen gaat, kan hij of zij een vast of variabel levenslang pensioen aankopen.

De premieregelingen bij Aegon zijn hier al op voorbereid

Er zijn maar een paar aanpassingen nodig:

  • De hoogte van de premie is niet meer afhankelijk van de leeftijd van de werknemer.
  • Als een werknemer overlijdt terwijl hij in dienst is van zijn of haar werkgever, krijgt de partner maximaal 50% van het salaris als levenslang pensioen. Wie als partner geldt is wettelijk vastgelegd. Voor kinderen (tot 25 jaar) is dit 20%. Het maakt hierbij niet uit hoe lang de werknemer in dienst was. Dit noemen we de risicodekking.