Hoe ziet het nieuwe pensioen er straks uit?
Deze bouwstenen zorgen ervoor dat het pensioen voor iedereen in Nederland goed geregeld blijft. En in de toekomst betaalbaar blijft.
Alle eindloon- of middelloonregelingen met een vaste uitkering moeten uiterlijk 1 januari 2028 zijn stopgezet. Maar het pensioen dat de werknemer tot dan toe heeft opgebouwd blijft wel gegarandeerd. Dat gaat dus niet mee naar de nieuwe pensioenregeling.
Vanaf 1 januari 2028 bestaan er alleen nog maar premieregelingen. Werknemers bouwen met de premies hun eigen pensioenpot op, maar weten niet hoe hoog hun uiteindelijke pensioen zal worden.
Iedereen betaalt hetzelfde premiepercentage. Het maakt daarbij niet meer uit hoe oud je bent. Werkgevers krijgen hiermee meer grip op de pensioenkosten en werknemers krijgen zekerheid over de premie. Werknemers hebben geen zekerheid meer over de hoogte van het uiteindelijke pensioen.
Werkgevers kunnen voor hun huidige deelnemers kiezen voor een overgangsregeling. Dit geldt alleen voor de werknemers die op de omzettingsdatum al in de pensioenregeling opbouwen. Nieuwe werknemers moeten altijd pensioen opbouwen in de nieuwe regeling. Dit betekent dat sommige werkgevers straks twee pensioenregelingen hebben: één voor de werknemers die op de omzettingsdatum in dienst waren en één voor werknemers die na de omzettingsdatum in dienst zijn getreden. Dit blijft zo tot de dag dat er geen werknemers meer in de pensioenregeling van de overgangsregeling zitten.
Overlijdt een werknemer terwijl hij in dienst is van zijn werkgever? Dan krijgt de partner maximaal 50% van het salaris als levenslang pensioen. Wie als partner geldt is wettelijk vastgelegd. Kinderen (tot 25 jaar) ontvangen 20% van het salaris. Het maakt hierbij niet uit hoe lang de werknemer in dienst was. Dit noemen we de risicodekking. Ook hier geldt dat bestaande, al opgebouwde toezeggingen blijven gelden.