Onderwerp: Het pensioen in eigen beheer verdwijnt. Wat nu?

Op Prinsjesdag gaat het natuurlijk vooral over gekke hoedjes. Maar ook op het gebied van pensioenen is er het nodige gebeurd. Staatssecretaris Wiebes heeft namelijk een wetsvoorstel ingediend over het pensioen in eigen beheer. De Eerste en Tweede Kamer moeten zich er nog over buigen. Maar de plannen zijn zo ingrijpend dat we de belangrijkste punten alvast op een rij zetten voor u.

Het einde is in zicht voor het pensioen in eigen beheer

Voor het pensioen van een directeur-grootaandeelhouder (DGA) gelden aparte regels. Zo kan een DGA zijn pensioenaanspraken laten uitvoeren door zijn eigen BV. We spreken dan van pensioen in eigen beheer (PEB). Dat klinkt aantrekkelijk. Maar in de praktijk zijn er veel knelpunten. Er is bijvoorbeeld een groot verschil ontstaan tussen de fiscaal voorgeschreven waarde van het pensioen en de werkelijke waarde van de aanspraken. Daarom wil de staatssecretaris het PEB met ingang van 1 januari 2017 afschaffen.

DGA's moeten hun PEB voor 1 januari stopzetten

Wordt het wetsvoorstel straks aangenomen? Dan kunnen DGA's vanaf 2017 geen PEB meer opbouwen. Veel DGA's zijn al gestopt met de opbouw van hun PEB. De rest heeft nog de tijd tot 1 januari 2017. Stopzetten is mogelijk via een besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA).

Er komt een overgangsregeling voor het al opgebouwde pensioen

Voor het al opgebouwde pensioen wil de staatssecretaris een overgangsregeling invoeren. De DGA beslist wat hij gaat doen met zijn tot 1 januari 2017 in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraken. Die beslissing moet hij uiterlijk in 2019 nemen. Er zijn drie mogelijkheden:

  • 1. Het pensioen afkopen
  • 2. Het pensioen omzetten in een oudedagsvoorziening bij de BV
  • 3. Het pensioen premievrij maken

Soms mag de DGA zijn pensioen afstempelen

Kiest de DGA voor optie 1 of 2? Dan mag hij zijn pensioen eerst verminderen. Dat noemen we afstempelen. Dat betekent dat de commerciële waarde gelijk is aan de fiscale waarde op het moment van afkoop of omzetting. Hiermee kan de DGA zijn opgebouwde pensioenaanspraken vaak voor meer dan de helft verminderen. Vindt het afstempelen op hetzelfde moment plaats als de afkoop of de omzetting in een oudedagsvoorziening? Dan gebeurt dit fiscaal geruisloos.

Optie 1: Het pensioen afkopen

Als de DGA zijn pensioen afkoopt, moet hij over de fiscale waarde inkomstenbelasting betalen. Maar hij hoeft niet de volledige waarde aan te geven in box 1. Afhankelijk van het moment van afkoop geldt een belastingkorting. Die ziet er als volgt uit:

Afkoop in het jaar Korting IB Belaste waarde
2017 34,5% 65,5%
2018 25,0% 75,0%
2019 19,5% 80,5%
2020 e.v. 0,0% 100,0%

De korting geldt alleen voor het pensioen dat eind 2015 in eigen beheer werd gehouden. Over de aangroei in 2016 moet de DGA wel volledig belasting betalen. Daarnaast moet de DGA zijn hele in eigen beheer gehouden pensioen afkopen. Over de afkoopwaarde is de DGA géén revisierente verschuldigd.

Voorbeeld

Een DGA heeft in eigen beheer een oudedagspensioen opgebouwd van € 25.000,- per jaar. De fiscale reserve voor dit pensioen bedraagt eind 2015 € 200.000,- en eind 2016 € 220.000,-. De commerciële waarde bedraagt eind 2016 € 540.000,-. De DGA besluit de opgebouwde aanspraak begin 2017 af te kopen. De DGA moet de afkoopwaarde aangeven in zijn aangifte inkomstenbelasting 2017. Hiervan geeft hij in box 1 € 151.000,- aan (= 65,5% van € 200.000,- + € 20.000,-). Als de gemiddelde inkomstenbelastingheffing 50% bedraagt, betaalt de DGA over de afkoopwaarde € 75.500,- aan inkomstenbelasting. De rest is vrij besteedbaar vermogen. De BV moet loonheffing inhouden over de afkoopwaarde. Deze loonheffing kan de DGA verrekenen met de inkomstenbelasting.

Optie 2: Omzetten in een oudedagsvoorziening bij de BV

Kan of wil de DGA zijn PEB niet afkopen? Dan is er de mogelijkheid om het pensioen fiscaal geruisloos om te zetten in een oudedagsvoorziening bij de BV. Ook deze omzetting gaat tegen de fiscale waarde. Dat betekent dat de DGA ook in dit geval een groot deel van zijn pensioenaanspraak afstempelt. Overigens kan de DGA zijn pensioen ook na de omzetting nog afkopen. Als dat gebeurt vóór 2020, is dezelfde kortingsregeling van toepassing als bij optie 1. De DGA hoeft dan dus geen revisierente te betalen.

De BV moet de oudedagsverplichting gebruiken voor de aankoop van een lijfrente bij een bank of verzekeraar. Een uitkering in termijnen aan de DGA is ook mogelijk. Die uitkering mag niet eerder ingaan dan vijf jaar voor de AOW-leeftijd van de DGA. En ook niet later dan twee maanden na het bereiken van deze leeftijd. De duur van de uitkering is ten minste twintig jaar. Gaat de uitkering in vóór de AOW-leeftijd? Dan komen die jaren er nog bij. Het kan ook zijn dat het om te zetten pensioen al is ingegaan. In dat geval wordt de duur van de periodieke uitkering verminderd.

Voorbeeld

Dezelfde DGA als hierboven besluit zijn PEB begin 2017 om te zetten in een oudedagsvoorziening bij de BV. In dat geval zet de BV de fiscale waarde van de pensioenverplichting begin 2017 om in een oudedagsverplichting. Deze verplichting bedraagt begin 2017 € 220.000,-. De BV mag niet meer doteren, maar moet deze verplichting wel jaarlijks oprenten met de marktrente. Uiterlijk bij het ingaan van de AOW-leeftijd moet de BV de verplichting omzetten in een periodieke uitkering.

Optie 3: Het pensioen premievrij maken

DGA's moeten hun PEB dus vóór 1 januari 2017 premievrij maken. Het kan zijn dat de DGA zijn PEB daarna niet meteen afkoopt of omzet in een oudedagsvoorziening bij de BV. Het PEB blijft dan in stand, maar groeit niet verder. De DGA en de BV blijven dan wel zitten met de knelpunten. Ook moet de BV de reserve jaarlijks actuarieel oprenten. Mogelijk moet de BV ook rekening houden met een indexatie van de opgebouwde premievrije aanspraken.

En hoe zit het met een verzekerd pensioen?

Het wetsvoorstel voorziet niet in een tegemoetkoming bij de afkoop van een verzekerd pensioen. En de opgebouwde waarde in eigen beheer tegen fiscale waarde inbrengen in een pensioenverzekering? Ook dat is niet mogelijk.

Onder de huidige wetgeving kunnen DGA's een verzekerd pensioen overhevelen naar eigen beheer. Vaak werken verzekeraars hier onder bepaalde voorwaarden aan mee. Na 2016 kan deze overdracht niet meer fiscaal geruisloos plaatsvinden. In dat geval moet de DGA over het pensioenkapitaal inkomstenbelasting en twintig procent revisierente betalen. Laat de DGA zijn pensioenkapitaal in 2016 alsnog overdragen aan de BV? Dan mag hij dit kapitaal ook afkopen of laten omzetten in een oudedagsvoorziening bij de BV. Maar bij afkoop geldt in dit geval geen belastingkorting. Deze aanspraken werden op 31 december 2015 namelijk niet in eigen beheer gehouden. Bij deze afkoop is de DGA geen revisierente verschuldigd.

Voorbeeld

In 2016 draagt een DGA zijn verzekerd pensioenkapitaal van € 540.000,- over aan zijn BV. Op basis van de verzekeringstarieven kan hij voor dit kapitaal een ouderdomspensioen aankopen van € 25.000,- per jaar. Eind 2016 moet de BV deze aanspraak fiscaal waarderen op € 220.000,-. Over het verschil tussen de overdrachtswaarde en de fiscale waarde moet de BV vennootschapsbelasting voldoen. De DGA kan nu zijn pensioen afkopen. Bij een gemiddelde inkomstenbelastingheffing van 50% bedraagt de inkomstenbelasting € 110.000,-. De DGA kan de pensioenverplichting in eigen beheer ook omzetten in een oudedagsvoorziening. Let op: bij een gedeeltelijk verzekerde regeling op basis van een onbepaald deel zullen de fiscale gevolgen waarschijnlijk anders zijn.

De keuze is niet eenvoudig

De keuze tussen afkopen, omzetten of niets doen is niet eenvoudig. Wat is nu het handigst? Duidelijk is dat we niet alleen moeten kijken naar de fiscale en financiële gevolgen. Ook de financiële situatie van de DGA speelt mee. En die van zijn BV. Daar komt nog bij dat de partner van de DGA moet instemmen met zijn keuze. De partner heeft bij scheiding namelijk recht op een deel van het partner- en ouderdomspensioen. Bij afkoop of omzetting verdwijnen deze rechten. In dat geval is het huwelijksvermogensrecht tussen de DGA en zijn partner maatgevend.

U kunt de DGA verder helpen

In alle gevallen ziet de DGA zijn oudedagsvoorziening flink in waarde dalen. De verwachting is dan ook dat pensioenadviseurs het druk zullen krijgen. Want wat kan de DGA doen om zijn pensioen weer op peil te brengen? En hoe zit het met de bescherming van zijn inkomen bij overlijden? Dat zijn dingen die de DGA van u zal willen weten. We hebben voor u een overzichtelijk stappenplan opgesteld: het Aegon Stappenplan DGA Pensioenadvies.

Klop gerust aan bij onze DGA Desk

Heeft u vragen over wat de DGA kan doen? Neem dan contact op met de DGA Desk. Onze mensen kunnen u meer vertellen over de slimme oplossingen die er zijn. Neem nu het Aegon DGA Beleggingspensioen. Dat is een prima alternatief voor pensioen in eigen beheer. Onlangs hebben we dit product uitgebreid met premievrijstelling bij invaliditeit (PVI). Daarnaast bieden we een compleet assortiment inkomensopbouw- en inkomensbeschermingsproducten voor de DGA. Meer weten? Bekijk de mogelijkheden.

Zo vraagt u een offerte aan

U vraagt eenvoudig een offerte aan via het Aegon Intermediair Portal. Klik in het linkermenu op 'Offreren'. Kies vervolgens het tabblad 'Pensioen'. Klik daarna op de link 'DGA Beleggingspensioen'. Het 'Offerte aanvraagformulier DGA Beleggingspensioen' verschijnt in uw beeld. Na verzending van het formulier ontvangt u snel uw offerte. U kunt natuurlijk ook altijd bellen met de DGA-desk op telefoonnummer 070 344 85 42.

Heeft u nog vragen?

Neem dan contact op met uw accountmanager of met de DGA-Desk. Voor meer informatie kijkt u op Aegon DGA Beleggingspensioen.