Paul woont boven zijn bloemenatelier in hartje Haarlem
Wonen boven je eigen atelier, het klinkt ideaal. En dat is het in zekere zin ook voor Paul, die een bloemenatelier heeft in Haarlem. Maar met twee pubers in een tinyhouse-achtige setting wonen, is niet altijd even praktisch. Daarom verbouwde Paul de winkel en het woonhuis. Het resultaat: iedereen heeft nu genoeg privacy en ruimte.
Van huren naar kopen
‘Ik ben een persoon die alles op gevoel doet. Toen ik voor dit pand in het centrum van Haarlem stond, wist ik binnen een paar seconden dat ik het wilde hebben. Dat is in december alweer 25 jaar geleden.’ De eerste paar jaar huurde Paul het pand, maar het gebouw was vervallen en er moest van alles aan opgeknapt worden. Paul vroeg aan de huurbaas of hij het pand van hem kon overnemen. En zo geschiedde: ‘Met hulp van mijn schoonmoeder en de bank kon ik het pand kopen.’
Vooruitdenktip
Met 2 pubers op 35m2
Het pand heeft twee functies. Beneden zit bloemenatelier ‘Klavertje Vijf’ en boven is het woonhuis. Sinds 1996 woont Paul er: ‘Ik heb 2 of 3 keer een poging gedaan tot samenwonen, maar dat lukte toch niet. Uiteindelijk kwam ik altijd weer hier terecht. Mijn thuishonk.’ Tegenwoordig woont hij er met zijn twee kinderen, Calla (16) en Pèpin (15). Zijn oudste zoon Myrdin van 21 woont in het buitenland, maar komt nog regelmatig langs. En dat is op 35m2 – mét een schuin dak – soms best een beetje krap. Daarom besloot Paul een aantal meters van de winkel op te offeren om beneden meer ruimte voor zichzelf te creëren en boven wat meer aan de pubers te geven. Beneden is een constructie gebouwd met een keuken en bed. Daarachter, in de constructie, bevindt zich de badkamer. Zo ontstaan boven en beneden twee op zichzelf staande woonruimtes – ook al moeten ze de badkamer delen.
Vooruitdenktip
Van tiny house naar eigen house
‘Boven is echt ingericht als een tiny house, alle meters worden optimaal benut. Pèpin slaapt bijvoorbeeld helemaal in de nok van het huis, waarin ik een vide heb gemaakt. Die gaat kruipend via een super steile molenaarstrap zijn bed in. Dat zal blijven, maar ze kunnen straks hun eigen gang gaan, zonder dat ik steeds in de weg loop.’ Samen met een goede vriend, die aannemer is, verbouwde hij de benedenverdieping – met eigen geld – binnen 5 weken: ‘Ik had al een idee in mijn hoofd, maar samen hebben we het vormgegeven. Hij deed het denkwerk, ik zorgde voor het slopen, het materiaal en de broodjes. Samen hebben we het helemaal in elkaar geklust. Het atelier hoefde niet eens dicht.’
Thuisbasis
Paul heeft niet de illusie dat zijn kinderen voor altijd in het huis blijven wonen. Beiden zijn al zeer zelfstandig, ook al blijven het pubers met af en toe enorme stapels vieze was. Paul: ‘Ik hoop ook dat ze zelf de wereld gaan ontdekken. Maar grote kans dat dit hun vaste honk blijft.’