Samenwonen met ongelijke inkomens: zo doe je dat
Jij en je partner hebben goed nieuws: jullie gaan samenwonen. Een spannend avontuur én een bekroning op jullie liefde. Het enige waar jullie nu tegenop kijken is het regelen van de geldzaken. Een van jullie tweeën verdient namelijk meer dan de ander. Wat doe je dan?
Samenwonen kan op veel verschillende manieren. Soms trekt de een in bij de ander, soms ga je samen op zoek naar een nieuwe woning. Wat jullie situatie ook wordt, het is belangrijk om van tevoren alle financiële zaken met elkaar te bespreken. Zo voorkom je dat je later voor vervelende verrassingen komt te staan, mochten jullie besluiten om uit elkaar te gaan.
Is een van jullie inkomens aanzienlijk hoger dan dat van de ander? Met deze tips regel je je geldzaken als jullie te maken hebben met een ongelijke financiële situatie.
1. Praat over je geldzaken
We praten er niet graag over: geldzaken. En al helemaal niet met je partner. Toch is het als je gaat samenwonen wel belangrijk om inzicht te krijgen in elkaars financiën én een plan te maken voor de toekomst.
Schroom dus niet om het te bespreken. Om het gesprek wat luchtiger te maken, heeft Aegon het digitale kaartspel Honey, let’s talk money voor je bedacht. Met dit zinvolle én leuke kaartspel kun je met je partner erachter komen hoe jullie denken over geldzaken. De eerste stap om jullie gezamenlijke financiën goed te regelen.
2. Denk na over de verdeling
Als jullie inkomens ongelijk zijn, kan het zijn dat de partner met de minste financiële draagkracht minder inlegt dan de ander. Sommige stellen kiezen er bijvoorbeeld voor dat de ene partner de boodschappen voor zijn/haar rekening neemt en de ander maandelijks de spaarrekening spekt. Dit kan een risico zijn. Als partner A maandelijks bijvoorbeeld 500 euro stort naar de spaarrekening en partner B de boodschappen betaalt, blijft partner B aardig berooid achter als ze uit elkaar gaan. Hij of zij ziet namelijk niets terug van het spaargeld.
De oplossing? Zorg dat de boodschappen van de gezamenlijke rekening worden betaald en dat er goede afspraken worden gemaakt over wie hoeveel op de spaarrekening stort. Kies ook voor een samenlevingscontract. Hierin kunnen jullie opnemen hoe jullie de financiën willen regelen als je uit elkaar gaat. Van een spaarrekening kan bijvoorbeeld gemeenschappelijk vermogen gemaakt worden, waardoor de partner die minder goed verdient alsnog aanspraak maakt op de helft.
3. Huis kopen? Leg alles vast bij de notaris
Stel je voor: jij en je partner zijn van plan om samen een woning te kopen. Zelf beschik je over een spaarrekening van 50.000 euro, die je in zijn geheel wilt inbrengen voor de bekostiging van de woning. Je partner brengt daarentegen geen spaargeld in.
Als je als stel een woning koopt, is het meestal zo dat je allebei de helft van de woning aankoopt. Bij verkoop van de woning hebben beide partners dan recht op de helft van de totale waarde van het huis, minus de restschuld van de hypotheek. Hetzelfde geldt voor verkoop met onderwaarde: ook dan moet de onderwaarde eerlijk verdeeld worden. Dat de ene partner bij de aankoop minder heeft ingelegd dan de ander, speelt hierbij geen rol.
Er kunnen vervelende situaties ontstaan als je niets laat vastleggen bij de notaris en vervolgens uit elkaar gaat. Daarom is het aan te raden om elk detail vast te laten leggen bij de notaris, bijvoorbeeld in de vorm van een samenlevingscontract.
4. Houd rekening met tegenslag
Een verre wereldreis, trouwplannen en een nieuwe inrichting voor het huis: als je samenwoont is de kans groot dat jullie liever hierover praten dan over de minder leuke dingen in het leven. Maar het kan altijd zo zijn dat jullie gaan scheiden, of dat een van jullie tweeën overlijdt. Wat gebeurt er dan met de kinderen? En de woning die jullie samen hebben gekocht?
Je kunt in een samenlevingscontract vaststellen dat gemeenschappelijke bezittingen bij overlijden van een partner naar de ander gaan (verblijvensbeding). Daarvoor is dus niet per se een testament nodig. Let er wel op dat in een samenlevingscontract enkel het nalaten van gemeenschappelijke bezittingen opgenomen kan worden. Persoonlijke bezittingen worden altijd via een testament verdeeld. Als je geen testament hebt dan is het wettelijk erfrecht van toepassing. Je ouders en/of broers en zussen zijn dan je erfgenaam en dus niet je partner.
Zorg er ook voor dat je je partner aanmeldt bij het pensioenfonds, zodat je partner bij overlijden recht heeft op partnerpensioen.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Margriet.