Toelichting op de beleggingsresultaten
Derde kwartaal 2022: vrees voor recessie door gevecht tegen de inflatie
Ook in dit derde kwartaal bleef het – net als in de eerste helft van 2022 – onrustig op de financiële markten. Het kwartaal begon nog hoopvol. In juli liepen de rentes iets terug en rendeerden de aandelen en obligaties positief. Helaas zette die ontwikkeling niet door.
Dit komt mede door het voortdurende gevecht tegen de inflatie. De centrale banken FED, ECB en Bank of England verhoogden de beleidsrentes om zo de economische groei wat af te remmen en de inflatie te beteugelen. Het gevolg was dat de rentes verder opliepen, de economische winstverwachtingen omlaag gingen en het sentiment op de financiële markten verslechterde.
Zowel de zakelijke als vastrentende waarden behaalden in dit derde kwartaal negatieve rendementen.
Markten voor zakelijke waarden
Met zakelijke waarden bedoelen we aandelen, onroerend goed en grondstoffen. Dit waren de belangrijkste ontwikkelingen:
- Wereldwijde aandelen kenden een sterk negatief derde kwartaal. Het kwartaal begon hoopgevend, en er werd van half juni tot half augustus zelfs nog over een heuse zomerrally gesproken. Daarna zorgden de renteverhogingen en aanhoudend hoge energieprijzen voor een forse daling op de aandelenmarkten.
- Vastgoedmarkten volgden de aandelenmarkten. De verder stijgende rentes hebben een negatief effect op het koersverloop.
- Grondstoffen lieten afgelopen kwartaal een fors negatief rendement zien. Lang behaalde deze categorie hoge rendementen, maar dat veranderde in juni. De tegenvallende rendementen zijn voor een groot deel te verklaren door de grote daling van de olieprijs. Toch heeft Grondstoffen als beleggingscategorie dit kalanderjaar haar dienst al duidelijk bewezen als bescherming tegen crisissituaties en onverwachte inflatie.
Kenmerkend voor het derde kwartaal zijn de gestegen prijzen in de gehele economie. Dit is te verklaren door de mismatch tussen vraag en aanbod en de oorlog in Oekraïne. Er heerst daarom een vrees voor loon-prijsinflatie. De centrale banken probeerden met een rentestijging de inflatie te beteugelen en de economische groei af te remmen.
De rendementen van aandelen in opkomende landen presteerden, net als vorige kwartalen, ondermaats. Vooral de Europese opkomende landen (denk aan Polen, Tsjechië en Hongarije) droegen negatief bij, wat te verklaren is door de verdere escalatie van de oorlog. Ook China liet een sterke underperformance zien in het derde kwartaal. Dat komt onder andere door de covid-gerelateerde lockdowns in de grotere steden, waardoor de binnenlandse vraag daalde.
Grondstoffen lieten dit kwartaal een negatief rendement zien. Dit kwam voornamelijk voort uit de daling van energieprijzen - die al langer erg beweeglijk zijn. Ook industriële metalen namen af in waarde. De agrarische sector maakte een klein gedeelte van de verliezen goed.
Conclusie Door alle bovengenoemde ontwikkelingen waren de rendementen op zakelijke waarden per saldo dit kwartaal negatief.
Markten voor vastrentende waarden
Met vastrentende waarden bedoelen we onder meer staats- en bedrijfsobligaties. Dit waren de belangrijkste ontwikkelingen:
- Alle verschillende obligatiecategorieën lieten dit kwartaal een negatief rendement zien. Dat is voor een groot deel te verklaren door de sterk gestegen rentes.
- Obligaties met een hoger risicoprofiel, zoals hoogrentende obligaties en obligaties uit opkomende landen, lieten de negatiefste rendementen zien. Kortlopende obligaties, zoals ABS, deden het minder slecht.
- Het is opvallend dat in het afgelopen jaar zowel de aandelen als obligaties sterker zijn gedaald. Dat is in de afgelopen decennia nog niet eerder voorgekomen.
Rentes zijn het derde kwartaal verder gestegen. Ook liep de risico-opslag voor bedrijfsobligaties verder op. Dit heeft over de hele linie geleid tot negatieve rendementen voor de vastrentende waarden.
Conclusie De rendementen op vastrentende waarden waren per saldo negatief dit kwartaal.
De strategische beleggingsverdeling blijft gehandhaafd
We analyseren de financiële markten doorlopend. Op basis van die analyses bepalen we onze verwachtingen. Zo stellen we vast of de verhouding tussen zakelijke waarden, vastrentende waarden en eventueel liquide middelen nog steeds past bij het risicoprofiel van de deelnemers.
De financiële markten waren de afgelopen maanden erg onrustig en beweeglijk. Dat is een logisch gevolg van de geopolitieke spanningen en oplopende inflaties en rentes. De beleggingsresultaten vallen daardoor dit kalenderjaar tegen, maar uiteindelijk telt vooral de verwachte pensioenuitkering van de deelnemer. Omdat de rentes fors zijn gestegen, is de verwachte pensioenuitkering voor deelnemers vlak voor pensioen nu doorgaans hoger dan begin dit jaar.
Vooralsnog handhaven we de bestaande strategische beleggingsverdeling voor alle risicoprofielen. Maar we houden de ontwikkelingen natuurlijk nauwlettend in de gaten.