Opmars werkende pensionado's lijkt niet te stuiten
Honderdduizenden gepensioneerden hebben tegenwoordig gewoon nog een betaalde baan, al is het vaak maar voor enkele dagen per week. Deze groep vormt inmiddels 2,5 procent van de werkende bevolking, zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, in de podcast Levenspioniers.
Ze zien hun werkzaamheden als extra appeltje voor de dorst, maar het moet vooral ook leuk zijn. 'Er is een groeiende groep die graag maatschappelijk actief blijft en wil voorkomen dat hun wereldje toch wel heel klein wordt.'
Volgens Van Mulligen hebben we er de afgelopen decennia gemiddeld elf tot dertien fitte jaren bij gekregen. 'Veel pensionado's hebben hun hele leven met het hoofd gewerkt. Ze zijn daardoor fysiek nog lang niet 'op' en ze vinden hun werk vaak nog leuk om te doen. Als ze niet meer in aanmerking komen voor een formeel dienstverband, verhuren ze zich als zzp'er of melden ze zich bij een senioren-uitzendbureau.'
‘Veel pensionado's hebben hun hele leven met het hoofd gewerkt. Ze zijn daardoor fysiek nog lang niet 'op'. ’
Druk op de arbeidsmarkt
Het mes snijdt volgens Van Mulligen aan twee kanten. Met de vergrijzing wordt de druk op de arbeidsmarkt steeds structureler, dus hoe meer ouderen uit eigen beweging nog aan het werk zijn, hoe betaalbaarder de pensioenen en de AOW. Al zal het niet alle zorgen wegnemen. 'De groep 70-plussers wordt zo groot dat je de pensioenleeftijd tot 80 zou moeten oprekken om alleen daarmee de problemen op de arbeidsmarkt op te lossen.'
Van alle instrumenten om de pensioenen betaalbaar te houden is het verhogen van de AOW-leeftijd ook niet Van Mulligens favoriet. Al realiseert hij zich dat de AOW betaald moet worden door de werkenden. 'Nu al kosten de uitkeringen miljarden meer dan er aan premies binnenkomt. Je kunt beter inzetten op een hogere arbeidsproductiviteit, innovatie en automatisering om de gewerkte uren zo efficiënt mogelijk te besteden.'
Drukte van belang
Bovendien gaat de hogere levensverwachting juist gepaard met andere tijdrovende verplichtingen. Steeds vaker wordt juist deze generatie ingezet voor mantelzorg - hetzij voor de ouders, hetzij voor de partner - of (klein)kinderopvang. 'Dat drukke leven is ook een heel groot verschil met de periode rond de jaren '50, toen de AOW werd ingevoerd. De huidige oudere is een stuk vitaler, maar heeft het ook een stuk drukker. Al vermoed ik dat ze dat helemaal niet zo erg vinden.'
‘Dit is de meest welvarende groep gepensioneerden ooit.’
Ouderen zijn niet alleen vitaler, ze zijn gemiddeld ook een stuk welvarender dan eerdere generaties. Hadden ze het in de jaren '70 en '80 nog relatief zwaar, nu is het eerder omgekeerd. 'Dit is de meest welvarende groep gepensioneerden ooit. En mijn vermoeden is dat de generaties gepensioneerden die na hen komen er nog warmer bij zitten. Zij hebben veel betere banen dan de generatie van hun ouders. Het huizenbezit is sterk toegenomen, waardoor de vermogensopbouw beter is.'
Drie keer per jaar naar Spanje
Gepensioneerden in de jaren '50 wisten amper wat ze overkwam toen ineens de eerste AOW op de rekening werd gestort. Die betekende vaak een recept uit de armoede. 'Anders waren ze afhankelijk van de liefdadigheid van hun kinderen, de kerk of de gemeente. De AOW verschafte zoveel vrijheid en zekerheid dat het een enorm belangrijke impuls gaf aan de Nederlandse welvaartsstaat. Daar mogen we nog steeds heel blij mee zijn.'
Veel ouderen lijken zich amper bewust van de luxe positie waarin ze verkeren, constateert Van Mulligen. 'Ze realiseren zich onvoldoende hoe verschrikkelijk goed ze het hebben. Ze fixeren zich op de 10 euro indexatie die ze in de maand mislopen en ze vragen zich misschien ook niet altijd af hoe hun eigen ouders het hadden op die leeftijd. Ik kan ze op een briefje geven: die hadden geen camper waarmee ze drie keer per jaar naar Spanje gingen.'