Nieuwe ontwikkelingen verplichte AOV: een stand van zaken
Het was een tijdje stil rond de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen, maar nu is er weer volop nieuws te melden. Op 3 april maakte het kabinet plannen voor de arbeidsmarkt bekend. Hierin is ook een nieuwe stand van zaken bij de verplichte AOV te vinden. We praten je bij aan de hand van 8 vragen.
1. Waar komt het plan ook alweer vandaan?
De verplichte AOV voor zelfstandigen was in 2019 de smeerolie om de vakbonden achter het pensioenakkoord te krijgen. Voor hen is de verplichte AOV een belangrijk middel om te voorkomen dat zelfstandigen veel goedkoper zijn dan werknemers, maar intussen zelf grote risico’s lopen. Onder het pensioenakkoord staan de handtekeningen van de overheid en organisaties van werkgevers en werknemers. Zelfstandigenorganisaties zaten niet aan tafel, maar maakten daarna duidelijk dat ze kritisch zijn over de plannen. Zij zijn vooral bang dat de regeling zzp’ers veel geld kost en te weinig keuzevrijheid biedt. Hun eisen zetten sindsdien flinke druk op de uitwerking van de regeling.
- Meer weten over de argumenten voor en tegen een verplichte AOV? Vóór het pensioenakkoord zetten wij ze al eens voor je op een rijtje.
2. Hoe verloopt de invoering?
In één woord: moeizaam. UWV en de Belastingdienst zijn de beoogde uitvoerders van de regeling, maar wezen al in hun eerste reactie op flinke problemen. Kort samengevat maakt alles wat de keuzevrijheid van zelfstandigen vergroot de regeling voor de twee instanties lastiger uitvoerbaar. En dat terwijl diezelfde keuzevrijheid cruciaal is voor het draagvlak onder zelfstandigenorganisaties. Een van de gevolgen is dat de invoeringsdatum al meerdere keren is verschoven. In 2020 was er al sprake van dat het pas in 2024 zou lukken. Maar intussen gaat het kabinet er al vanuit dat het de wet op zijn vroegst in 2025 kan publiceren. Dit betekent dat de invoering verschuift naar 2027.
- Meer weten over de hobbels die het plan moest overwinnen? In 2020 gaven we je een analyse van het proces en de uitdagingen.
3. Welke rol speelt de AOV in de plannen voor de arbeidsmarkt?
Het kabinet wil schijnzelfstandigheid uitbannen en het speelveld tussen werknemers en zelfstandigen gelijker te maken. De verplichte AOV is een van de maatregelen om dit te bereiken. Het kabinet bouwt ook de zelfstandigenaftrek af, sleutelt aan de definitie van een dienstverband en faseert de fiscale oudedagsreserve voor ondernemers uit. Hier staat tegenover dat zelfstandigen meer mogelijkheden krijgen om collectief te onderhandelen. Ook worden zelfstandigen vanaf 1 april 2024 met drie extra zetels vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad (SER). Zo hebben ze een grotere stem in dit adviesorgaan, dat in de praktijk veel invloed heeft op het overheidsbeleid.
4. Hoe ziet de verplichte AOV er op hoofdlijnen uit?
Goede vraag, want dit is gaandeweg behoorlijk veranderd. In 2019 vroeg de regering de sociale partners om in overleg met zelfstandigenorganisaties een voorstel uit te werken. Hier hoorden een paar eisen bij. De regeling moest uitvoerbaar zijn, geen extra kosten opleveren voor de overheid en bovendien betaalbaar en voor iedereen toegankelijk zijn. In maart 2020 presenteerden de sociale partners hun voorstel voor een publiek uitgevoerde AOV. Het kabinet maakte op 6 juli van dat jaar duidelijk dat het dit voorstel omarmde. Daarna waren echter diverse aanpassingen nodig om uitvoeringsproblemen bij UWV en de Belastingdienst te voorkomen en te beperken.
In zijn huidige plannen voor de arbeidsmarkt gaat het kabinet uit van de volgende hoofdlijnen:
- Premie: ongeveer 7,5% à 8% van het inkomen
- Maximaal verzekerd inkomen: 143% van het minimumloon
- Maximale uitkering: 100% van het minimumloon
- Eigenrisicotermijn bij arbeidsongeschiktheid: standaard 1 jaar.
- Keuzevrijheid: ruimte voor een gelijkwaardige of aanvullende private verzekering (‘opt-out’).
5. Wie vallen straks onder de verplichte AOV?
Hier spelen uitvoeringsproblemen een grote rol. De Belastingdienst kan geen onderscheid maken tussen zelfstandigen met en zonder personeel. Ook een uitzondering voor de agrarische sector is lastig uitvoerbaar. Het kabinet schaart daarom voorlopig álle IB-ondernemers en meewerkende partners onder de verzekeringsplicht. Dit betekent dat zelfstandigen met personeel onder de verplichte AOV gaan vallen, maar resultaatgenieters en directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) zonder personeel juist niet. Want, zo redeneert het kabinet: onder IB-ondernemers zijn veel meer onverzekerde, kwetsbare zelfstandigen dan onder DGA’s. En resultaatgenieters hebben meestal een betrekkelijk laag resultaat, naast loon uit dienstbetrekking of winst uit onderneming.
6. Hoe zit het precies met die keuzevrijheid (opt out)?
Formeel onderzoekt het kabinet nog of zo’n opt-out ‘uitvoerbaar, betaalbaar, uitlegbaar en tijdig realiseerbaar’ is. Maar het ziet ernaar uit dat zelfstandigen zich privaat mogen blijven verzekeren als dekking en premie minstens gelijk zijn aan die van de publieke regeling. Het kabinet voorziet wel dat zelfstandigen met een laag risico op ziekte zich het gemakkelijkst privaat zullen kunnen verzekeren. Omdat publieke uitvoerders iedereen moeten accepteren, kan daar een concentratie ontstaan van mensen met een hoger risico. Dat verhoogt de publieke premie. Om dit effect te ondervangen, moeten zelfstandigen bij private verzekeraars volgens de plannen een 'stabiliteitsbijdrage' gaan betalen. Deze bijdrage financiert een kunstmatige verlaging van de publieke premie.
- Ben je zelfstandig en heb je al een AOV bij een private verzekeraar? Dan kun je deze volgens de kabinetsplannen straks gewoon aanhouden. Wel moet je AOV aan een aantal voorwaarden voldoen die het kabinet nog moet vaststellen.
7. Zijn er verder nog belangrijke veranderingen?
Ja, die zijn er zeker. Twee dingen zijn goed om te weten:
- Om uitvoeringsproblemen te voorkomen, kiest het kabinet voor een standaard eigenrisicotermijn van 1 jaar. Het voorstel van de sociale partners ging uit van vrije keuze tussen een halfjaar, 1 jaar of 2 jaar. Zelfstandigenorganisaties vinden vooral de optie van 2 jaar belangrijk, omdat hiermee de premiekosten te beperken zijn. Maar voorlopig lijken zij dus bot te vangen.
- Het kabinet ziet ook af van de invoering van een onderling waarborgfonds. De sociale partners stelden zo’n fonds voor om te borgen dat publiek verzekerde zelfstandigen zich betaalbaar privaat kunnen bijverzekeren. Het kabinet heeft de private verzekeraars gevraagd om met alternatieve voorstellen te komen. Deze mogen ook na invoering van de publieke verzekering op tafel komen.
8. Wat kun je als zelfstandige nu het beste doen?
Terechte vraag, want er is natuurlijk van alles veranderd. Toch blijft ons advies op hoofdlijnen hetzelfde. Ben je nog niet tegen arbeidsongeschiktheid verzekerd, dan is met de armen over elkaar de verplichte AOV afwachten niet verstandig. In de tussentijd loop je immers onverzekerd rond, met alle risico’s van dien. Je kunt beter anticiperen.
- Lees onze blog over mogelijkheden om te anticiperen. De overwegingen en opties die we daarin schetsen zijn nog steeds van belang.
- Neem contact op met je verzekeringsadviseur voor deskundig advies, of benut onze zoekhulp voor het vinden van een betrouwbare adviseur bij jou in de buurt.