Eerder of later met pensioen: hier moet je op letten
Wil je langer doorwerken of juist eerder stoppen met werken. Of overweeg je met deeltijdpensioen te gaan? Er is meer mogelijk dan je misschien denkt, maar denk daarbij wel goed na over de eventuele gevolgen.
De pensioenleeftijd verschilt per regeling en is tegenwoordig vaak 68 jaar. Maar je kunt je pensioen vrijwel altijd eerder of later laten ingaan. Wil je de ingangsdatum uitstellen, dan mag dat van de wetgever tot uiterlijk 5 jaar na je AOW-leeftijd. Als je met vervroegd pensioen wilt gaan, hangt de vroegste ingangsdatum af van de pensioenregeling.
De keuze voor vervroegd of uitgesteld pensioen heeft gevolgen waar je misschien niet direct bij stilstaat. Het is belangrijk om hierover vooraf goed na te denken, want als je pensioenuitvoerder een keer is begonnen met uitkeren, kun je het niet stopzetten. Bovendien kan de gemaakte keuze gevolgen hebben voor de hoogte van het nabestaandenpensioen en zijn er fiscale consequenties.
Eerder stoppen met werken
Als je eerder wilt stoppen met werken, ben je niet verplicht om dan meteen ook pensioen op te nemen. Je kunt de periode naar je AOW-datum bijvoorbeeld overbruggen met spaargeld of ander vermogen, als je dat hebt. Met de Pensioenplanner van Aegon Cappital kun je verschillende scenario’s doorrekenen. Je kunt bekijken wat er gebeurt als je eerder stopt met werken en dan meteen je pensioen laat ingaan. Of dat je de periode naar de officiële pensioendatum overbrugt met spaargeld.
Voordeel van deze laatste optie is dat je dan niet wordt gekort op je pensioen. Als je namelijk je pensioen eerder laat uitkeren, krijg je minder pensioen per maand. Logisch, want je bouwt minder pensioen op en het moet over meer jaren worden uitgesmeerd.
Overbrug je de periode naar je officiële pensioendatum, vergeet dan – als je een partner hebt – niet te checken wat er met het nabestaandenpensioen gebeurt als je zou overlijden. Vaak vervalt het nabestaandenpensioen zodra je uit dienst gaat, maar nog niet met pensioen bent gegaan. Je kunt dit opvangen door een deel van je eigen pensioen om te ruilen in nabestaandenpensioen; je krijgt dan zelf minder pensioen, maar dan is er nog steeds nabestaandenpensioen. Regel dit voordat je uit dienst gaat, anders is het misschien te laat.
Minder belasting
Een belangrijk punt daarbij is de belasting over je pensioen. Vanaf je AOW-leeftijd betaal je namelijk een lager belastingtarief. In 2023 betaal je, voordat je AOW-leeftijd in gaat 36,93% belasting over het inkomen tot €37.149. Vanaf je AOW-leeftijd is dat maar 19,03%, ofwel iets meer dan de helft. Pas boven dat bedrag betaal je 36,93%. Je betaalt dus vanaf je AOW-datum een lager belastingtarief tot het inkomen van €37.149.
Als je er voor kiest om meer dan 5 jaar voor je AOW-datum met pensioen te gaan, moet je goed opletten. De Belastingdienst vindt namelijk dat je dan niet op een later tijdstip alsnog aan het werk mag gaan. Doe je dat wel, dan brengt de Belastingdienst een forse belastingclaim in rekening. De fiscus vindt dan dat je je pensioen hebt afgekocht. En dat mag niet.
Later met pensioen
Doorwerken na je pensioenleeftijd, je hoort het misschien steeds vaker. Dat is ook niet zo raar, want het komt ook steeds vaker voor. Hoe doorwerken na pensionering precies in elkaar steekt, vertellen we je graag in dit artikel Je mag pensioen uitstellen tot uiterlijk 5 jaar na je AOW-datum, dus meestal tot je 72ste. Je krijgt dan een hogere maandelijkse uitkering. Heb je een premieovereenkomst, dat is een pensioen waarbij de inleg wordt belegd in aandelen en obligaties, en waarvan de hoogte van je pensioen afhankelijk is van de opbrengst van je beleggingen op je pensioendatum, dan kan het belegde pensioengeld nog wat langer renderen.
Een belangrijk voordeel als je na je AOW-datum doorwerkt, is dat ook dan over inkomen tot €37.149 het lage belastingtarief van 19,03% geldt. Netto houd je dus meer over als je langer doorwerkt. Mogelijk is wel dat je in een hogere belastingschijf terecht komt omdat je inkomen hoger uitvalt. En dat je moet nadenken over wat je moet doen met het eventuele partnerpensioen.
Er zijn dus heel wat keuzemogelijkheden. Zet voor je een besluit neemt de voor- en nadelen van de verschillende opties met een pensioenplanner op een rij. Houd daarbij ook rekening met zaken als levensverwachting en nabestaandenpensioen.