Angst voor de nieuwe pensioenregeling? Dat hoeft niet. Hier moet je starten
Werkgevers staan niet te trappelen om hun pensioenregeling aan te passen conform de nieuwe pensioenregels. ‘Maar als je op tijd begint, kun je een goede afweging maken en een goede pensioenregeling afspreken’.
‘Veel werkgevers vinden het spannend’, zegt Mirjam Hoogerdijk senior sales consultant bij Aegon Cappital. Zij geeft antwoord op de vraag waarom weinig werkgevers bezig zijn om hun pensioenregeling aan te passen conform de nieuwe Pensioenwet. ‘Hoewel sommige werkgevers al bezig zijn met de transformatie, lijkt het gros van onze klanten ermee te wachten. Zij kiezen op dit moment nog voor een verlenging van de bestaande regeling. We zien dat werkgevers op dit moment nog veel kiezen voor verlenging van de bestaande regeling.
Op papier hebben ze ook nog even. Op 1 januari 2028, over ruim vier jaar, moet je pensioenregeling voldoen aan de nieuwe regels. ‘Waarom zou je dan in actie komen? Johan Nieuwersteeg, partner bij pensioenadviesbureau Triple A – Risk Finance, begrijpt wel waarom werkgevers nog niet staan te rammelen aan de poort. Het nadenken over een nieuwe pensioenregeling is voor veel werkgevers met een premieregeling – ook wel beleggingspensioen genoemd – eerder corvee dan een mooie uitdaging.
Niet iedereen gaat erop vooruit
Dat heeft deels met geld te maken. Niet iedereen gaat er in het nieuwe stelsel op vooruit. En dat komt weer doordat de pensioenopbouw in het nieuwe stelsel anders verloopt dan in het huidige stelsel. In het huidige stelsel neemt de pensioenpremie toe met je leeftijd. Voor ouderen wordt nu een hoger percentage van hun inkomen ingelegd dan voor jongeren en zij bouwen daarmee vaak ook meer op. In het nieuwe stelsel is de hoogte van je pensioenpremie niet afhankelijk van je leeftijd. Dat betekent dat iedere werknemer, ongeacht de leeftijd, hetzelfde premiepercentage van zijn salaris inlegt. Deze leeftijdsonafhankelijke premie wordt voor de jongere werknemer in de meeste gevallen meer dan het huidige premiepercentage, en minder voor de oudere collega’s. En dat betekent dat je meer of minder pensioen gaat opbouwen.
Gedeeltelijk overstappen naar het nieuwe stelsel
Nu kan je als werkgever op twee manieren overstappen naar het nieuwe stelsel. Gedeeltelijk overstappen, ook wel de eerbiedigende werking genoemd, of in één keer overstappen. Bij gedeeltelijk overstappen mag je de huidige regeling voor bestaande werknemers voortzetten. Alleen voor nieuwe werknemers geldt dan het nieuwe stelsel.
Deze optie is op het eerste gezicht vrij simpel. Er veranderen wel wat zaken, zoals de wijze waarop het nabestaandenpensioen wordt bepaald, maar de eigen pensioenopbouw gaat door op de wijze waarop dat voorheen gebeurde.
Wat deze optie wat minder simpel maakt, is dat nieuwe werknemers wel aan de nieuwe pensioeneisen moeten voldoen. Dat betekent dat bij hen de pensioenpremie wel leeftijdsonafhankelijk is. Twee even oude collega’s kunnen dan precies hetzelfde verdienen, maar niet elk evenveel pensioen opbouwen. De nieuwe collega bouwt misschien wel meer of minder pensioen op dan de collega die nog in het huidige stelsel opbouwt. Dat kan leiden tot scheve gezichten.
In een keer overstappen naar het nieuwe stelsel
Je kunt als werkgever ook wél in een keer overstappen naar het nieuwe stelsel. Maar zo’n volledige transformatie kost tijd en geld. Tijd omdat het een ingrijpende operatie is, waarbij je als werkgever over verschillende zaken goed moet nadenken. Nieuwersteeg: ‘Als je overstapt naar het nieuwe stelsel moet je een gedetailleerd transitieplan maken en daarvoor instemming van de ondernemingsraad of van je werknemers krijgen.’ Dat kan lastig zijn, omdat het nieuwe stelsel niet voor iedereen een vooruitgang is. Dat komt doordat, zoals gezegd, oudere werknemers in het nieuwe stelsel minder pensioen kunnen opbouwen dan nu. Zij zullen – terecht – compensatie willen hebben. Maar compensatie kost geld en daarmee wordt de nieuwe regeling vrijwel altijd duurder dan wanneer je alles bij het oude laat.
Het vaststellen van premie
Er is nog een reden waarom veel werkgevers de kat uit de boom kijken. ‘Werkgevers binnen een sector lopen niet graag voorop bij de invoering van een nieuwe regeling, omdat ze vrezen dat ze de premie te hoog of te laag vaststellen’, zegt pensioenadviseur Nieuwersteeg. Zetten ze te hoog in, dan zijn ze duurder uit dan nodig, zetten ze te laag in, dan zijn ze minder aantrekkelijk dan concurrenten. Dat in het nieuwe stelsel het premiepercentage voor iedereen hetzelfde wordt, maakt de pensioenopbouw veel transparanter. Dat is plezierig voor werknemers, die beter werkgevers onderling kunnen vergelijken. Maar voor werkgevers is dat niet altijd fijn.
Pensioenadviseurs krijgen het druk
Genoeg redenen waarom werkgevers maar traag in beweging komen. Toch doen zij zichzelf tekort door aan de zijlijn te blijven. Alleen al doordat uitstel tot na 2028 geen optie is. Hoogerdijk: ‘Voor die tijd moet je met een adviseur hebben nagedacht over je nieuwe pensioenregeling. Er zijn niet zomaar drie keer zoveel adviseurs, dus alleen al daarom is het zaak om tijdig te beginnen.’
Hoogerdijk denkt dat het al veel scheelt als werkgevers zich verdiepen in het nieuwe stelsel. ‘Pensioen is de op een na belangrijkste arbeidsvoorwaarde en is daarom heel belangrijk voor je aantrekkelijkheid als werkgever. Ga je eens rustig oriënteren op internet, lees je in, bekijk de vele filmpjes die online staan over dit onderwerp. En misschien ook een goeie: ga praten met werkgevers die er al mee bezig zijn. Als je een keer start, kom je er vanzelf in.’
Het laatste wat je als werkgever wilt, is dat je het nieuwe pensioenstelsel er op een achternamiddag doorheen moet jassen. Nieuwersteeg: ‘Als je er tijdig over nadenkt, heb je de tijd om een goede afweging te maken en uiteindelijk een goede pensioenregeling af te spreken. Normaal, zonder nieuwe regels, doe je dat niet, dan laat je de bestaande regeling gewoon doorlopen. Nu moet je er wel over nadenken. Wat een mooie aanleiding is om een goede, toekomstbestendige pensioenregeling voor je medewerkers neer te zetten. Bovendien denk ik dat het in principe de laatste keer is dat een regeling zo ingrijpend wordt gewijzigd. Daarom is extra aandacht hiervoor erg belangrijk.’